In onze boekenkast staan deze stenen potjes.
Daarin heeft paté de foie gras gezeten.
Maar in dit potje zat altijd stroopvet, gemaakt door mijn vader.
Ook mijn grootmoeder had altijd wel stroopvet staan.
Vroeger werd er natuurlijk vaak spek uitgebakken.
En van het overgebleven vet maakten men stroopvet.
Hier in Zeeland werd dat veel op brood gegeten.
Vooral op een warme tarweboterham smaakt het erg lekker.
Het is heel eenvoudig te maken.
Het wordt gemaakt van spekvet of reuzel, waar dan stroop door heen geroerd werd.
Twee delen spekvet en een deel stroop en wat zout.
In de loop der jaren zijn er wel een paar potjes bij gekomen.
Zo gaat dat nu eenmaal met mensen die verzamelen.
Deze twee hebben nog een etiket.
In deze zat Paté de foie gras met truffel.
Die zal wel duur geweest zijn.
De potjes zijn dan ook niet groot.